Hortensia’s

Hortensia’s, wie kent ze niet. Prachtige roze bloemen, de spierwitte ‘Annabelle’ of de groen witte ‘Limelight’. De fleurige en veelal mooi gekleurde bloemen trekt de aandacht van iedere voorbijganger. Van klimplanten tot boerenhortensia’s, door de vele soorten en variëteiten is er voor wat wils…

 

Hortensia’s kunnen in een paar verschillende groepen verdeeld worden. De meest bekende zijn: ‘Annabelle’, klimhortensia, gewone of boerenhortensia, pluimhortensia of schapenkop en de eikenblad hortensia.

 

De ‘Annabelle’ heeft opvallende grote, witte bloemen die deze hortensia herkenbaar maken. Zijn opvallende en uitbundige bloei is tevens zijn nadeel; bij regen kan hij door het grote gewicht topzwaar worden en gaan hangen. Door de ‘Annabelle’ in grote groepen te plaatsen, krijg hij extra steun en stevigheid, en krijgt hij de uitstraling die verwacht mag worden van de ‘Annabelle’

 

De klimhortensia is een mooie bloeier voor een muur of schutting. Door zijn grote bloemen en sterke groei, kan hij een hele muur bekleden. Plant hem het liefst op muur of schutting op het oosten of noorden.

 

De schapenkoppen of pluimhortensia’s zijn er in veel verschillende soorten, die zelfs in de wintermaanden prachtig blijft staan. Door vakkundige snoei blijft hij ongeveer 120cm. Een voorbeeld is de Hydrangea paniculata ‘Limelight’.

 

De boerenhortensia is de meest bekende hortensia. De meerjarige hortensia, die met bolvormige en schermbloemen bloeit, bloeit op knoppen die vorig jaar zijn aangemaakt. Helemaal terug snoeien van de plant zou betekenen dat hij niet gaat bloeien. Een voorbeeld is de Hydrangea ‘AlphenGluhen’ en de Hydrangea ‘Soeur Therese’

 

Het blad van de eikenbladhortensia lijkt op die van een eik.. Het blad verkleurt naar rood in de herfst.  Deze hortensia, voor de halfschaduw, kan een hoogte bereiken van ongeveer 150cm.

 

Door veel mensen worden de bloemtrossen van hun hortensia’s in het najaar afgeknipt, want ze zijn uitgebloeid. Dit is erg jammer,  de bloemtrossen hebben namelijk ook in de winter sierwaarde. Tevens zorgen de bloemtrossen voor de winterbescherming van de plant.

 

Standplaats

De meeste hortensia’s vragen voedselrijke, lichtzure grond, die veel voedingsstoffen bevatten. Het liefst staan de hortensia’s in de zon of halfschaduw. Als ze in de volle zon staan, moet de grond wel voldoende vochtig blijven, anders kunnen ze hun bladeren laten hangen. De bloemkleur van sommige hortensia’s kan veranderen (blauw naar roze, hier zijn meststoffen voor)

 

Snoei

 

Door te snoeien, blijft de plant zijn er energie in de nieuwe takken en bloemen steken. Maar een goed evenwicht is belangrijk, want bij te forse snoei vormt de plant nieuwe, maar scheuten zonder bloemen. Toch word er niet in de herfst gesnoeid, maar in het voorjaar. Dat komt door de takstructuur, die eerder kurkachtig dan houtig is. Hortensiatakken slaan er vocht in op dat ’s winters bevriest. Als je ze in de herfst zou snoeien, vriezen de snijwonden in, zodat u de takken met bloemknoppen en al om zeep helpt. Ter bescherming van de planten laten we daarom de oude bloemen zitten en knippen we ze er pas in het voorjaar af, zodra de ergste nachtvorst achter de rug is. Als de sapstromen op gang komen, gaan de nieuwe knoppen open en zorgen voor prachtige bloemen.

 

 

Richt je bij de boeren hortensia op de oude bloemen van vorig jaar; haal die weg met een stukje steel eraan. Snoei aansluitend uit stekende takken rondom weg. Verwijder ook de slappe, dunne takken aan de basis en enkele  oudere takken, allemaal zo dicht mogelijk bij de grond, dat bevordert nieuwe aanwas. Jonge scheuten groeien twee tot drie jaar door en dragen de toekomstige bloemen. Houd als richtlijn 1/3 van de plant per jaar.

 

De pluimhortensia word in maart tot 30cm boven de grond gesnoeid, waarna hij weer uitgroeit tot ongeveer 120cm.

 

Bij de klimhortensia zo min mogelijk snoeien, enkel begeleiden. Mocht de plant te groot word dan kan hij flink terug gesnoeid worden, hij zal eerst minder gaan bloeien.

 

De eikenblad hortensia zo weinig mogelijk snoeien. Door te snoei word wel de groei bevordert, maar niet de bloei. Dit omdat de nieuwe bloemknoppen zijn gevormd onder de oude uitgebloeide bloemen. Als deze worden verwijderd, word ook de bloei voor komend seizoen verwijderd. Verwijder dus hoofdzakelijk zwakke en dode takken tot vlak boven de grond.

 

De ‘Annabelle’ word sterk terug gesnoeid in het voorjaar. Dit kan tot 10 cm boven de grond, maar laat altijd een paar mooie en sterke takken staan voor de extra steun tegen uitzakken.

Maart/april: het gazon komt uit de winterslaap

Gazon

Dichte pollen mos overwoekeren het gras, waardoor je gazon meer op een ‘mosgazon’ gaat lijken. Het gras ziet dan geel en bleek en op andere plaatsen donkerder groen. In het gazon zitten dan afgestorven stukken gras en maairesten. Dit verstikt het gazon. De ‘viltlaag’ moet verwijderd worden door het gazon te verticuteren. Eventueel kan het gazon vooraf nog een mosbehandeling onder gaan. Hierdoor krijgt het gras weer ruimte en lucht om te groeien. Bezaai de kale plekken en bemest het aansluitend. De beste resultaten worden bereikt met gazonmest die een langdurige, gecontroleerde werking heeft; de zogenaamde organische meststof.

 

 

Gazon onderhoud

Wilt u deze zomer een mooi gazon? Dan is het belangrijk om deze maanden extra aandacht aan het gazon te geven.

 

Verticuteren

Om te beginnen zijn deze maanden geschikt om te verticuteren. Met een verticuteerhark trekt u alle mos, afgestorven gras en maairesten van tussen het gras uit. Daarnaast brengt het ook lucht in het gazon.

 

Onkruidsteken

Zit er groot onkruid (bijvoorbeeld de paardebloem) in het gazon, gebruik dan een onkruidsteker. Met deze onkruidsteker kan de plant inclusief de wortel uit het gazon gehaald worden. Dit voorkomt dat de plant zich gaat verspreiden in het gazon de komende periode.

 

Bemesting

Voor een gelijk matige groei van uw gazon, is bemesting belangrijk. De wortelgroei wordt gestimuleerd en hierdoor wordt het gazon steviger, groener en voller. Mossen krijgen hierdoor ook minder kans om te ontwikkelen.

 

Kanten steken

Om te voorkomen dat gras steeds verder de borders opgroeit is het handig de graskanten af te steken met een kantsteker. Op deze manier komt de vorm van de borders mooier tot hun recht.

De tuin in Maart

Tijd voor fleur en kleur!

Langzaam verdwijnt de vorst uit de grond en soms kan overdag al van een lekker zonnetje worden genoten. Ook de tuin ‘ontwaakt’. Steeds meer planten beginnen uit te lopen. Het voorjaar is begonnen!

Snel naar buiten om straks te kunnen genieten van een fleurige tuin.

 

Borders

  • Verwijder nu de laatste resten blad. Deze bladeren kunnen namelijk de groei van de vaste planten remmen. Snoei en knip tegelijkertijd het loof van de vaste planten, maar houd wel rekening met de nieuwe, jonge uitlopers van de planten.

 

Planten en verplanten

  • Als vaste planten enkele jaren oud zijn, beginnen de oudste delen in het midden meestal af te sterven. Het is daarom verstandig om vaste planten eens in de drie jaar uit de grond te halen en de wortels te delen. Plaats hierna de gezondste delen van de plant terug. Deze planten zullen snel uitgroeien tot prachtige, rijk bloeiende planten.
  • In maart kunnen er ook nog nieuwe hagen en bomen geplant worden. Zorg er dan wel voor dat er voldoende goede teeltaarde aanwezig is. Eventueel kan er compost door de grond gewerkt worden.

 

Bemesten

  • Voedingstoffen worden in deze maand goed opgenomen. Strooi mestkorrels langs hagen, tussen beplantingen en bij bloembakken. Werk de meststof met een krabber door de grond; dit geeft een beter resultaat. De ervaring wijst uit dat de beste resultaten worden bereikt met gedroogde koemest die een langdurige, gecontroleerde werking heeft.
  • Zuurminnende planten, zoals Camelia, Rhododendron, Heide, Pieris, Azalea’s en Skimmia waarderen een laagje turf of turfstrooisel van enkele centimeters dik. Deze turf moet lichtjes ingewerkt worden met een krabber.

 

Snoeien om te bloeien

  • De lavendel- en vlinderstruik terugsnoeien tot boven het oude hout. Wanneer te diep gesnoeid wordt in het oude hout, kunnen de planten niet meer uitlopen. Snoei daarom terug tot het punt waar je nieuwe groene scheutjes op de takken ziet.
  • De gewone hortensia wordt uitgelicht en de oude takken worden verwijderd. Er wordt ongeveer een derde van de oudste takken gesnoeid, zodat de heester in 3 tijd ‘vervangen’ is.
  • Rozen worden ook in het voorjaar gesnoeid. (na de vorst, in maart – half april). Snoei de roos terug tot drie tot vijf takken met ogen. Verwijder eerst al het oude, bruine hout. Op het jonge olijfgroene bloeit de roos namelijk het beste. Door op deze wijze te snoeien blijft de roos jong. De leirozen moet tijdens de snoei ook nagelopen worden op de rekbaarheid van het bindbuis.
  • Snoei hagen en vormen bij voorkeur op een bewolkte dag, dit vermindert de kans op verbranding. Let er bij het snoeien van de hagen wel op dat er gesnoeid wordt in een zogenaamde wigvorm. Door deze manier van snoeien krijgt de haag tot aan de grond zon, wat de groei ten goede komt.
  • De laatbloeiende clematis (bloeit van juni tot augustus) kan nu afgesnoeid worden. Snoei de plant tot ongeveer honderd centimeter boven de grond af. Op deze takken worden nieuwe scheuten gezet, waarop ze gaan bloeien.
  • De leilinden kunnen nu ook nog gesnoeid worden. Controleer meteen de rekbaarheid van de bindbuis. Herleidt de leilinden eventueel en bindt nieuwe takken ook vast.

 

Sproeiers

In het voorjaar moet het sproeisysteem weer worden opgestart. Controleer de pomp, zuigbuis en alle sproeiers en stel ze indien nodig opnieuw af. Loop bij een geautomatiseerd systeem alle

instellingen na en pas deze eventueel ook aan.

 

Bestrating

Loop in het voorjaar alle bestratingen na op verzakkingen. Deze kunnen nu prima hersteld worden. Behandel juist nu in het voorjaar de groene aanslag. Er zijn verschillende biologische middelen met een langdurige werking te verkrijgen.

 

Tips

  • Ook het onkruid begint nu goed te groeien. Verwijder het zodra dit kan en laat het niet groeien totdat het zich uitzaait. Verwijder het onkruid met wortel en al.
  • Bij een watertemperatuur van tien graden mogen de vissen al een klein beetje voedsel. Geef nog niet teveel, want als ze nog veel voedsel laten liggen, zal dat de algen groei bevorderen.
  • Plant alvast viooltjes voor de vroege bloei.
  • De eerste bloemen uit eigen tuin kunnen alweer verwerkt worden in bloemstukjes. Te denken valt aan Bergenia, Convallaria, Magnolia en Krentenboom.
  • Laat alle loof van uitgebloeide bollen rustig afsterven. De bollen zullen na de bloeiperiode voeding uit dit bladgroen opnemen.
  • Ook kuipplanten kunnen weer buiten gezet worden.

 

Drainage

Water, en vooral de regen is goed voor de tuin, de tuin fleurt helemaal op. Door het vele vocht groeit de beplanting uitstekend, de nieuwe aanplant en gazon slaat goed aan. Maar wat als er na het vele vocht de frisse kleur van planten en gazon verdwijnt, droogte? Maar er valt toch voldoende regen? 

 

 

Als de tuin te lang vochtig blijft is het meestal geen goede groeiplaats. Dat geldt zowel voor de siertuin, de groentetuin of het gazon. Onze gronden bestaan uit gronddeeltjes met daartussen lucht. Waar teveel water is kan geen lucht zijn, de grond is dan verzadigd. Zowel plantenwortels als bodembacteriën hebben lucht nodig.

 

Een te natte bovenlaag?

Een veel voorkomende wateroverlast is een verstoorde grondstructuur. Een bodem die door bouw- of grondwerken is dicht gereden (aan- en afvoer vrachtwagens) laat immers maar slecht water door. De enige mogelijkheid is diepspitten met een kraan.

 

Voordat er drainage ingespit word, is het heel belangrijk om de oorzaak van het vele vocht  vast te stellen. Is de toplaag bij de minste regenval al verzadigd, zonder dat de omgeving heel vochtig is? Dan is bijna zeker is de grondstructuur verstoord. Graaf dan eens met een schop  een gat; is de bovenste laag doorweekt, en de grondlagen eronder zijn kurkdroog? Het water vind zijn weg niet naar beneden. Draineren heeft hier niet zoveel zin. Een goede grondbewerking is hier een betere oplossing.

 

Diepspitten met een kraan

Diepspitten met een kraan is de beste manier om het water probleem te verhelpen. Begin met het spitten van de tuin altijd in de verste hoek waar de kraan kan komen. Werk vervolgens terug naar de uitgang, en neem alle grond bewerkingen mee. Denk aan paden, terrassen, vijvers, etc. Vlak de grond met de kraan iets te hoog af, zodat er na het natuurlijk inklinken van de grond een mooie vlakke tuin overblijft. Laat de grond vervolgens natuurlijk inklinken, en zorg ervoor dat er geen machines meer op de grond komen. Zelfs mensen kunnen bij vochtige omstandigheden de bovenlaag dicht laten slempen.

 

Zware gronden

In de eerste plaats is het loswerken van de ondergrond belangrijk. Voordat de tuin aangelegd word moet de ondergrond voldoende diep omgewerkt worden, en deze natuurlijk laten inklinken. De toplaag van zware gronden kan best gemengd met goed drainerend materiaal zoals lavagrind of met zand. Hierdoor wordt de toplaag luchtiger en de waterafvoer verbeterd.

 

Grond verluchtigen met zand of lava

Breng het materiaal in een aantal lagen van 2-3 cm aan en frees het met de grond zodat er een mengsel ontstaat. In de meeste gevallen is een laag van 5 cm lava of zand voldoende. Doe dit onder droge omstandigheden. Wanneer je een te nat mengsel gaat frezen ontstaat een vochtige grond die zich nog moeilijk zal herstellen. Er word dan het tegenovergestelde resultaat bereikt.

 

Drainage aanleggen.

De oorzaken dat de grond altijd te vochtig blijft, zijn zelden van natuurlijke aard, behalve bij te laag gelegen percelen. In de meeste tuinen met een water probleem zijn er structurele fouten. Jammer genoeg is meestal een gehele diepe grondbewerking niet meer mogelijk. Het perceel is aangelegd, de beplanting is aangebracht, de verhardingen zijn gemaakt, bomen aangeplant. De enige oplossing kan dan nog een drainagesysteem zijn, die het oppervlakte water opvangt en afvoert.
Er zijn enkele punten waar bij de aanleg van drainage op gelet moet worden. Water dringt namelijk niet alleen vanaf bovenzijde en zijdelings de buis in maar ook aan de onderzijde,  de doorlaatbaarheid van de grond onder de drain is dus ook van het grootste belang. Daarom leg je onderaan de geul eerst een laag scherpzand of kiezels en daar bovenop de drainagebuis. Leg de drainage buis op ongeveer 60cm, (maximaal 90cm) en laat deze iets aflopen. Door de V-werking van de drainage, bedraagt de maximale afstand tussen de buizen 5 meter. Vul deze vervolgens aan met scherpzand of kiezels, in de praktijk zal het er op neer komen dat hij tot bijna boven afgevuld word. Sluit de drainage aan op een sloot, put met dompelpomp, of iets anders waar het water weg kan lopen. Drainage heeft wel enige tijd nodig om te gaan werken.

 

Drainage buizen bij bomen

Boomwortels hebben lucht nodig. Daarom plaatst men drainagebuizen rondom de wortelkluit met het uiteinde boven het grondoppervlak. Zulke drains brengen voortdurend buitenlucht naar de wortels. In een droge periode kan er gemakkelijk water in de drain gegoten worden, zodat die makkelijk bij de wortels komen.